Tweede week in Myanmar (26/01/2013 - 01/02/2013) - Reisverslag uit Nyaungshwe, Myanmar van Lieven Smekens - WaarBenJij.nu Tweede week in Myanmar (26/01/2013 - 01/02/2013) - Reisverslag uit Nyaungshwe, Myanmar van Lieven Smekens - WaarBenJij.nu

Tweede week in Myanmar (26/01/2013 - 01/02/2013)

Blijf op de hoogte en volg Lieven Smekens

12 Februari 2013 | Myanmar, Nyaungshwe

Hallo, 11/02/2013

Ik zit nu al een hele tijd opnieuw in Thailand en loop dus een beetje achter met mijn blog. Terwijl ik hier zit te zweten en te puffen in dit tropisch klimaat en jullie genieten van de friste in Belgie, vond ik eindelijk tijd om het verslag van Myanmar af te ronden:

In het midden van de nacht kwam ik aan in het frisse Naungschwe. Samen met enkele lotgenoten wierpen we nog half versufd onze backpack op de rug en besloten we samen een plaatsje te zoeken om de rest van de nacht door te brengen. Verder uitrusten was het doel want het slapen op zo een nachtbus bestaat uit het aaneenrijgen van korte periodes van een tiental minuten slaap, waarna telkens een lichaamsdeel zodanig verfrommeld of krampachtig aanvoelt dat je verplicht bent om je te herpositioneren. Het duurde een hele tijd voor we ons met onze slaapkop konden orienteren. Vruchteloos probeerden we enkele gusthouses, maar allen waren volzet. ik had al mijn ietwat dikkere kleren aan en mijn sjaal voor mijn keel en een deel van mijn gezicht gesjord, toch kregen ik en de anderen steeds kouder en gingen we dan maar in op een voorstel van een kerel op een mobilette om in een klooster te gaan slapen. Daar aangekomen stelden we vast dat er daar nog een heel pak hopeloze gevallen waren gestrand. Ik schat dat er zo een dertigtal anderen in een grote rechthoekige slaapzaal lagen te slapen op een dun matje maar er waren wel 2 dekens per persoon voorzien. Al gauw was ik in dromeland beland en sliep met mijn kleren nog aan tot de volgende morgen.

Die volgende morgen kwam ik tijdens het zoeken naar een kamer die nog vrij was in een hotel terecht waar men alle hotellekes van de stad wou opbellen om mijn zoektocht te vergemakkelijken. Daar bleek dat de geruchten die ik reeds enkele keren had gehoord over de kans dat echt alles volboekt was uitkwamen en ik veroordeeld was om nog een nacht langer in dat klooster te verblijven, hetgeen mij trouwens meer en meer een commercieel uitgebuitte opvangplaats voor mensen zoals mij leek te zijn. Mensen die ofwel te lui zijn om op voorhand te zoeken en te boeken of anders die zich niet willen vastpinnen op een strikt reisplan. Ik beschouw mezelf ergens in het midden van die twee. Het viel al bij al wel mee maar ik liet me niet meeslepen, zoals de meeste van mijn collega-kloosterverblijvers die er een romantische kijk op na hielden dat ze door monniken in een traditioneel boeddistisch klooster werden ontvangen. De donatie die je in dat laatste geval zou mogen geven kies je dan natuurlijk zelf terwijl we daar verplicht werden 6 dollar per nacht te betalen en geen enkele van de zo typische regels voor boeddistische monniken moesten naleven en eigenlijk nauwlijks een echte klossterling te zien kregen. Na een dagje in het stadje en enkele omliggende dorpjes te hebben gewandeld, had ik het geluk ergens een boeking te bekomen voor twee nachten. Voor die overnachtingen moest ik nog twee dagen wachten dus vertrok ik de volgende morgen uit Naungschwe. Stillekes, ervoor zorgend niemand te wekken liet ik om half zes verliet het slapende klooster omdat ik de vorige dag te horen kreeg dat er een pick-up zou vertrekken naar Taunggyi, mijn volgende bestemming.

Die stad was mijn eerste reisdoel weg van de platgereden, toeristische trajecten. Een grote stad, maar niet verbonden door reisbussen en treinen met Naungschwe. Gedwongen beroep te doen op het transport die de lokale bevolking gebruikt kwam ik een beetje in een oncomfortabele situatie. Het was namelijk volle maan, die nacht en de dag na volle maan valt het commerciele leven stil, geen markten en dus ook veel minder mensen die vervoerd willen worden. In zulke landen, weet ik uit ervaring, wacht de bus of pick-up tot hij vol is alvorens te vertrekken. Ik stond er meer dan 3 uur te koekeloeren in de kou, onzeker of er wel zou gereden worden. De vele chaufeurs en talrijke regelaars die bijeenklitten, met rollen geld staan te showen en grappen maken, dikwijls ook over dat witte gezicht die voor hen eens een uitzondering in de dagelijkse sleur betekent, waren het zien waard. Door nieuwsgierig dit schouwspel gade te slaan, me afvragend hoe alles hier in zijn werk gaat en wie boven wie staat in hun hierarchie, was het wachten in de koude nog dragelijk. Toch was ik blij dat we eindelijk, dicht bij elkaar als sardienen in een blik en tot de nok gevuld met allerhande bazaar vertrokken voor een rit van ocharme 40 minuten; want Taunggyi ligt slechts 45 kilometer verder, hoger in de bergen. Enkele vastgesjorde manden met (verse?) vis zorgden er, op een weinig aangenaam-aromatische manier voor dat we niet uit het, langs achteren open voertuig schoven bij het bergop rijden.

In Taunggyi, een vrij grote stad bracht me terug in de tijd toen ik vier jaar geleden in niet-toeristische steden in Vietnam rondliep. De mensen doen zoals wij zouden doen mochten we op de markt een alien tegenkomen. Het is wennen aan het idee op een drukke marktplaats rond te lopen merkend dat de vele honderden gezichten allemaal naar jouw kijken. De verbijsterde gezichten sloegen echter direct om in breed glimlachende gezichten vanals je naar ze knikte of het gebruikelijke 'minkalaba' gebruikte, bij wijze van groet. Op uitzondering van enkele baby's en peuters die hun schrik niet direct te boven kwamen, tot groot jolijt van hun moeders, brak je door te groeten het meest dik lijkend ijs, wat het oncomfortabele gevoel van ten alle tijde bekeken en gadegeslagen worden, goedmaakte.

Naast het verlaten van de toeristische route was het hoofddoel van mijn verblijf aan die stad een bezoek te brengen aan een weeshuis, die gesponsord wordt door Marc en Rita. Deze laatste is de nicht van Jan die ik beroepsmatig persoonlijk begeleid in de instelling waar ik werk - dezelfde Jan kwam reeds even ter sprake in mijn eerste reisverslag. Een oude dame, slechts bijgestaan door een koppel die er terplaatse opgroeide, neemt de zorg op zich van ongeveer 130 wezen, variërend in leeftijd van geboorte tot volwassenen. De uitbater van het hotelleke waar ik verbleef was zo vriendelijk om mij naar het door mij in een notaboekje genoteerde adres te brengen en zo mijn zoektocht serieus in te korten. Van thuis nam ik een plasticzak vol met spullekes met als bedoeling daar achter te laten en deze te hebben overhandigd had ik een aangenaam gesprek met deze kranige dame tijdens het drinken van een heerlijke massala-thee.
Ze gaf mij een rondleiding en stelde me voor aan een tienjarige tweeling en 'de laatste aanwinst', een babietje die daar te vondeling werd gelegd, alvorens het een week oud was. Bij het zien van dit alles kon ik het neit naleten om ook een finaciele bijdrage achterlaten en reisde ik met een blij gemoed door naar Kalaw een rustig plaatsje bekend voor trekkings in de natuur en omliggende traditionele dorpjes. Na 2 wandelingen in het koele heuvelandschap, een overnachting en een stressmoment nam ik de trein door het mooie landschap terug naar Naungschwe waar ik dus voor 2 nachten had geboekt. De stress onstond nadat ik inlichtingen over het vertrek van die trein had gevraagd en daardoor tot de conclusie kwam dat de trein veel vertraging kon oplopen en zeker niet voor elf uur zou vertrekken. Ik beloot om een wandeltochtje te maken richting een heuveltop in de buurt. Om kwart voor elf besloot ik, de heuvel met een een klein klooster op de top toch verder te beklimmen ervan uitgaand dat de trein toch te laat zou arriveren. Volledig in het zweet hoorde ik op die top een fluitsignaal van een aankomende locomotief, waarop ik in sneltempo de terugtocht aanvatte om met kloppend hart van de stress en de inspanning toch nog een uur in het station op mijn trein te moeten wachten. Het signaal was gelukkig niet van de trein geweest die mijn laatste kans betekende om daar die dag nog te vertrekken. Ik had namelijk een strikte planning, door de boeking in het hotel in Naungschwe en ik zag die liever niet in de war gebracht.

In Naungschwe de uitvalsbasis voor bootochten op het schitterende Inle Lake had ik het geluk om de prijzige uitstap te delen met 2 Amerikaanse vrouwen en 2 Chinezen. Onbeschrijfelijk prachtig om te zien hoe de traditionele vissers met rieten fuiken en een aparte manier om rechtopstaand met een been een roeispaan te bedienen, door de ochtendnevel en de eerste zonnestralen hun dagelijkse portie vis trachten te versieren. De langwerpige slanke houten boot bracht ons door kanaalkes en dorpjes met grachtjes als stratenplan naar de meest kleurrijke markten. Eveneens bezochten we vele traditionele ateliers waar men zilver, hout en andere gronstoffen bewerkt, waar vanuit de vezels van lotusbloemen sluiers worden geproduceerd, waar aan een ongelooflijk snel tempo de plaatselijk populaire sigaren worden vervaardigd, enz... . Na een trip van zes uur s'morgens tot zes uur s'avonds in deze droomwereld waren we allen uitgeteld en kroop ik na het maken van een afspraak met mijn bootgenoten voor de volgende dag vroeg in bed voor een welverdienede rust.
De volgende dag werd een dagje luieren in Nyaungschwe, waar ik in de morgen de kleurrijke markt bezocht en in de namidaag met de 2 Amerikaanse een wijngaard bezocht. Wel heel eigenaardig om in een land dat zoveel van het onze verschilt een wijngaard te treffen, waar men zoals in Frankrijk wijn kunt gaan proeven. Ik ben geen kenner maar ik vond het best wel goeie wijn. Op de fiets terugkerend naar het stadje besefte ik dat mijn tijd in het wonderlijke Myanmar er bijna opzat.

Om 7 uur in de avond kroop ik samen met 1 van de 2 chinezen in de bus om ergens in midden in de nacht, half versufd, opnieuw in Mandalay toe te komen. Het hotel waar ik een kamer boekte voor de volgende nacht was vol en er zou pas tegen 8 uur in de morgen een kamer vrijkomen. Dit kregen Wang, zo heet die Chinees en ik te horen om een uur of 3 in de nacht. We hadden beiden geen zin om een andere plek te zoeken met onze rugzak als balast en ook niet om te betalen voor wat eigenlijk al geen halve nacht meer zou zijn. We lieten onze bagage achter in het hotel en liepen nog maar 5 minuten door de donkere straten toen we een massa volk in een van de vele theehuizen zagen zitten. Wel honderd man was naar de voetbal aan het kijken, naar twee matchen terzelfdertijd dan nog. Real tegen Barcelona en Manchester tegen Southampton. Op die manier konden we al thee slurpend toch al een uurke doden. De matchen waren gezamelijk afgelopen en op minder dan 5 minuten zaten we daar nog alleen, iedereen ribedebie. Die menen dat hier echt wel, om 3 uur 's nachts op straat naar de voetbal gaan kijken en bij het affluiten allen weer weg. Al vermoed ik dat het gokken op voetbalmatchen minstens evenveel meespeelt als het supportershart.
We liepen nog een uurke door de straten alvorens naar de lobby terug te keren, waar ik in een harde houten zetel nog een uur probeerde te slapen. Rond 7 u kwam er leven in de zaak en kregen we zelfs een ontbijt. Ik was opnieuw klaarwakker en besloot dan maar mijn dag te beginnen. Wang ging voor een dagje fietsen en ik ging een plaatsje bezoeken aan de overkant van de rivier, die Mandalay voorbij stroomt. Gelukkig slaagde ik erin om me de hele dag wakker te houden zodat mijn dag-nachtritme niet werd verstoord. De volgende dag leerde ik Emma, een Britse en Baptiste, een zwitser kennen op het busje, die ons naar de luchthaven bracht. Enkele uren later zouden we terug in het immer drukke, met uitlaatgassen maar toch zo fascinerende Bangkok belanden. Maar meer daarover in het volgende verslagje.

Hou jullie goed en tot later,

Lieven

  • 13 Februari 2013 - 11:45

    Jan Deleu:

    Lieven alles goed ook met klaus, vrijdag kaasavond geweest 't geraarke tof.
    Kon je het weer niet laten over mij te schrijven? in uw eerste verslag kwam ik ook voor (slecht voor mijn nek) Eigenlijk hoop ik wel iets meer te weten over dat weeshuis.
    Groetjes Jan

  • 15 Februari 2013 - 21:19

    Georges & Hille:

    Leuke verslagje. Voorgelezen aan Georges. Heeft van cafébaas voor zijn nieuwjaar 2 piepkleine schildpadjes gekregen. Staan gelukkig apart, anders bloedbad....... Veel groeten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lieven Smekens

Actief sinds 15 Dec. 2008
Verslag gelezen: 459
Totaal aantal bezoekers 17606

Voorgaande reizen:

09 Januari 2013 - 23 Maart 2013

Zuid-Oost Azië in 2013

17 December 2008 - 11 Maart 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: